Een beschouwing over Miklós Bánffy en zijn roman “Geteld, geteld” door Jaap Scholten in De Volkskrant op 3 maart 2012. De online versie is hier te lezen.
Author: rebiherman
Geboortebericht § Megszületett!
Geboren: „Geteld, geteld” van Miklós Bánffy, in het Nederlands door mij vertaald.
Vanuit het Hongaars ontstaan en gegroeid grofweg ergens tussen halverwege 2009 en eind 2011.
Veel gebeurd in die tijd, heel veel.
Maar vandaag is de cirkel echt rond! Om half negen op de knapperig verse ochtend van 7 maart 2012 werd een doos boeken bij mij afgeleverd, presentexemplaren voor de vertaler, en het voelde als een beloning voor een grote klus. Niet alleen koffie en ontbijtkoek, maar ook achtmaal Bánffy bij het ontbijt!
§
Megszületett a regény Nederlandban is! Eredeti cime Megszámláltattál, hollandul Geteld, geteld. Súlya 949 gramm… Ekkorára nőtte meg magát három év alatt magyarról hollandra. Szép vaskos kötet, térképpel, előszóval és forditói utójegyzettel. Az előszó egyébként Jaap Scholten pennájából való, akinek egy éve jelent meg a Kameraad Baron (Báró elvtárs) cimű olvasmányos történelmi irása, mely négyszáz izgalmas oldalon keresztül tárgyalja az elveszett és újra feltűnő magyar-erdélyi arisztokrácia sorsát a huszadik században.
Voor mijn verjaardag § Születésnapomra
Voor mijn verjaardag
Nu ben ik tweeëndertig jaar (kijk!)
dit vers is ook al bijna klaar
kado
siezo!
Kado voor mij, voor mij alleen
Zo goed als ik schrijft er geeneen in dit
café
o nee
Al zo veel jaar voorbijgesneld
En nog steeds niet welgesteld
Dit land?
Galant!
Ik had ook leraar kunnen zijn,
Niet arm en ook geen centje pijn
poëet
m`n reet…
De Uni had een rare baas
Dus leraar werd ik niet helaas
Hij zei:
Voorbij!
Met haast en haat joeg hij me na
Om dat gedicht over mijn pa
Met man
En macht
Beschermde hij het vaderland
Want ik was toch een bajesklant
Vond hij
En zei:
“Zolang ik hart heb en verstand
Wordt u geen leraar in dit land!”
gezwam
gedram
Maar al is Antal Horger blij
Dat ik nu weg ben uit de rij
Ik kom
Weerom!
En geef aan al wat leest enzo
Op meer dan hogeschoolniveau
dicht-on-
derricht!
Attila József: Születésnapomra. (11 april 1937)
Vertaald door Rebekka R. Hermán Mostert
Synesthesie
Een mooi woord voor de vermenging van zintuigen. Ergens las ik dat je als literair vertaler het meest gebaat bent bij barokke muziek op de achtergrond. Dat klopt misschien, ik heb het in ieder geval ervaren bij het luisteren naar Rameau. Barokmuziek is speels en volhardend, op het drammerige af. Net wat je als vertaler aan geestelijk gereedschap in jezelf probeert op te roepen.
Maar er is meer. Gedichten die passen in de sfeer van je vertaling, films die iets te melden hebben over het thema of de ontstaanstijd of beschreven tijd van je boek.
Als ik Bánffy’s magnum opus Geteld, geteld vertaal, moet ik het onder meer hebben van films, en bekijk dus historiserende romanbewerkingen van Gárdonyi Géza (A lámpás) of Jókai Mór (A szerelem bolondjai), op de online versie van het Hongaarse tv-archief (MTV Videotár). De complexe documentaire over Miklós Bánffy was ook een voltreffer (zie blog van 3 januari 2011), evenals het eerder beschreven eerste deel uit de serie Oostwaarts van Jaap Scholten (zie blog van 22 november 2010). Maar het meest heb ik toch altijd nog aan de combinatie stilte en muziek, in de juiste balans.
Zo nu en dan werd ik bij het vertalen van Geteld, geteld op een spoor van muziek gezet – zoals bijvoorbeeld ergens ter hoogte van p.175 in het tweede hoofdstuk van het tweede deel, waar ‘s avonds na afloop van een jachtdag in de muziekzaal van het kasteel Kollonich een liedrecital gehouden wordt door gravin Berédy, op de vleugel begeleid door de jonge graaf Gyerőffy. Het zijn bijna bekenden van me geworden. En met dank aan Youtube kon ik horen hoe het lied Mondnacht geklonken moet hebben. (tekst: Joseph von Eichendorff, muziek: Robert Schumann, hier gezongen door Anneliese Rothenberger.)
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=WpAdA5mkXjM]
Ik weet zeker dat je de genoemde paragrafen uit het boek heel anders leest als je dit op de achtergrond hoort…
Mondnacht
Es war, als hätt’ der Himmel
Die Erde still geküsst,
Dass sie im Blütenschimmer
Von ihm nun träumen müsst’.
Die Luft ging durch die Felder,
Die Ähren wogten sacht,
Es rauschten leis’ die Wälder,
So sternklar war die Nacht.
Und meine Seele spannte
Weit ihre Flügel aus,
Flog durch die stillen Lande,
Als flöge sie nach Haus.
Vertaalmachines?
Bánffy Miklós:
Megállt a sötétedő könyvtárban.
A földig érő ablakokból bevilágított az est.
Három hosszú fénysáv csúszott végig a padló simaságán, kékesszürke tündöklés, mintha kívülről a fagy jéggel vonta volna be a parkettet.
Google translate: (3 seconden)
Gestopt in de verduisterde bibliotheek.
De vloer lengte ramen verlicht ‘s avonds.
Drie lange streep van licht kroop over de vloer is glad, grijs-blauwe uitstraling, alsof van buitenaf zou hebben geleid tot het ijs vorst op de vloer.
rebiherman: (10 minuten)
In de duister wordende bibliotheek bleef hij staan. Door de hoge ramen scheen het avondlicht naar binnen. Drie lange lichtbanen gleden in blauwgrijze schittering over de gladde vloer, alsof het parket met een laagje ijs werd bedekt.
De Witte Koning – nederlandstalige recensies
HUMO, Kristoff Tilkin, 27 april 2008: “In zijn beste momenten – we hebben vingers moeten lénen om ze te kunnen tellen – herinnert ‘De witte koning’ aan pakweg ‘Werther Nieland’ van Gerard Reve (dezelfde broeierige atmosfeer, dezelfde mix van kinderlijke onschuld en misselijkmakende horreur) of recenter ‘Dertien’ van David Mitchell. Zuivere literatuur, verpakt in a sheer good read: u weet wat u te doen staat.”
De Volkskrant, Michael Zeeman, 9 mei 2008: “De witte koning is een vitaal debuut, slim gecomponeerd en met bedwelmende vaart geschreven. Het is ook een bemoedigend debuut, omdat het demonstreert hoe iemand die met kerst 1989, toen aan het bewind van Ceausecu een einde kwam, nog maar 16 jaar oud was, met de geschiedenis van het communistisch totalitarisme omgaat. Niet zeuren, maar doorschrijven – er kunst van maken.”
BN DeStem, Jaap Goedegebuure, illustratie van Martien Bos, 16 augustus 2008: “Van de symbiose tussen de schrijver en zijn 10-jarig alter ego gaat een bijzondere bekoring uit. Het leven onder de dictatuur en zijn vele vormen van repressie krijgt vanuit het kindperspectief iets van een avontuur in de trant van Mark Twains klassieker Tom Sawyer and Huckleberry Finn. Daarmee neemt de roman stilaan het karakter aan van een surrealistisch jongensboek. Juist in de vertekening en de overdrijving worden de trauma’s draaglijk. Maar tegelijkertijd heeft de kinderlijke manier van vertellen een hoogst ironisch effect. Wie nog weet hoe onmenselijk Ceausescu en zijn geheime dienst te werk gingen, beseft dat de werkelijkheid van de jaren tachtig hier niet echt wordt verzacht, maar juist in zijn groteske verheviging tot een nu eens lachwekkende en dan weer benauwende nachtmerrie wordt. Wat dat betreft toont Dragomán zich een waardig nazaat van grote Midden-Europese surrealisten als Franz Kafka, Elias Canetti en Bohumil Hrabal.”
8weekly.nl, Thijs Kramer, 20 augustus 2008: “Pas laat in het boek komt er meer onderling verband tussen de hoofdstukken en krijgen de personages meer menselijke trekken, wat met name geldt voor de tot dan ontoegankelijke grootvader. De lezer heeft er dan lang op moeten wachten, maar wordt beloond. Ook de ontmoeting met de pokdalige buitenstaander ‘Houweel’ is fraai en waardevol omdat het laat zien waar de burgers in een onleefbare samenleving de menselijkheid verborgen houden.”
Knack.be, incl. interview met György Dragomán door Herman Jacobs, 10 maart 2010: “Helaas zijn de meeste mensen bereid hun rechten op te geven als daar een materieel prettig leven tegenoverstaat. De enige fout die regimes als het Roemeense destijds gemaakt hebben, is eigenlijk dat ze de mensen nodeloos lieten lijden.”
De Leeswolf, Pieter Boulogne, blog september 2011: “Hoewel Dzjata zielsveel van zijn moeder houdt en graag bij zijn grootvader wordt uitgenodigd – deze eer valt hem tweemaal per jaar te beurt: op zijn naamdag en verjaardag –, wordt zijn leefwereld in de eerste plaats bevolkt door zijn mannelijke leeftijdsgenootjes, schoolkameraden en buurkinderen. Hij staat aan het prille begin van de ontluikende puberteit, en bevindt zich dus nog in het stadium waarin hij zich zonder scrupules kan overgeven aan spel en kattekwaad. Hij draait bijvoorbeeld het ventiel los van de motor van een leerkracht met de sprekende bijnaam IJzervuist, speelt oorlogje in een brandend graanveld, gaat op schattenjacht in oude kleigroeven, steelt een ivoren koning uit het schaakspel van een ambassadeur, en kijkt stiekem naar een erotische film in een geheime bioscoopzaal”
De Groene Amsterdammer, Jacq Vogelaar: -tekst alleen beschikbaar voor abonnees-
Műfordítói credo lehetne
Játszva magyarul
aki megért
s megértet
egy népet
megéltet
Kányádi Sándor, 1974
(Kányádi Sándor: Vannak vidékek. Dacia könyvkiadó, Kolozsvár, 1992)
The Future
Vajon a hagyományos könyv iránti érdeklődés végleg megcsappan? És ez mit jelent reánk, (mű)fordítókra nézve? Visszafordíthatatlan ez a folyamat?
NL:
Tijdens de Boekenweek 2011, die gisteren (27 maart) werd afgesloten, zijn minder boeken verkocht dan vorig jaar. Veel boekhandelaren zijn 10 procent onder het resultaat van 2010 gebleven, schrijft NRC Handelsblad vandaag. De economische crisis en de opkomst van internetboekhandels zorgen sowieso voor zware tijden voor de traditionele boekwinkel. Maar dat is niet de enige reden voor de daling, want ook bol.com verklaart: “We zijn wel gegroeid, maar minder dan in de andere weken van het jaar.” De tegenvallende omzet was vooral te wijten aan een lagere gemiddelde besteding en het fraaie weer van de afgelopen week, zo valt op te tekenen uit de reacties van twee boekhandels. (bron: nrcnext.nl)
HU:
Az idén a holland Könyvhét kevesebbet jövedelmezett, mint 2010-ben. A tíz nap alatt (március 17-27) az eladott könyvekből származó bevétel sok könyvesboltban 10 százalékkal elmaradt a tavalyi eredményekhez képest. Ezt írja ma az NRC Handelsblad. Amúgy is nehéz időket élnek a hagyományos könyvesboltok, a gazdasági krízis és az internetáruházak miatt. De a bol.com, az egyik legnagyobb online könyvesbolt is kevesebb forgalomról számol be: “Nőtt a forgalom, de kevésbé, mint az év más heteiben.” A visszaeső vásárlási arány leginkább annak betudható, hogy általában kisebb összeget költöttek a vevő, valamint annak, hogy az elmúlt héten nagyon szép időnk volt, mondja a két megkérdezett bolttulajdonos. (Forrás: nrcnext.nl Ford: RHM)
Oppositiepers
“Zoekt de oppositie in de Kamer tot nog toe vruchteloos naar zulk een idé, daar buiten in de dagbladpers heeft dat zoeken geen beter resultaat opgeleverd. Door sedert het voorgaande jaar hare stem op ongehoorde wijze uit te zetten, heeft de oppositiepers hare natuurlijke stem verloren; door zonder matiging of zelfbeperking al hare grieven, de welgemeende en de gezochte, op de schromelijkste wijze te overdrijven, is overdrijving de wet van haar bestaan geworden, maar ook tevens de oorzaak van haar zeer geschokt krediet, zelfs bij de politieke geloofsgenooten. Zes of acht jaren geleden, waren hare aanvallen vrij wat geduchter dan thans; want zij had toen achter zich eene breede schaar van personen, die haar een onvoorwaarlijk vertrouwen schonken, terwijl er thans van dat ongerepte geloof nog maar zeer weinig is overgebleven.” Bron: De Gids, 1870
Soms twijfel ik of een bepaald woord eigenlijk wel courant is in het Nederlands. Het klinkt alsóf het zou kunnen bestaan, maar wordt het ooit door iemand gebruikt?
Zo’n woord is oppositiepers. Het is een begrip dat in het Hongaars heel gebruikelijk is (ellenzéki sajtó), omdat de pers tot op de dag van vandaag verre van ideologisch neutraal is en ook nauwelijks pogingen doet om zelfs maar de schijn van politieke neutraliteit op te houden. In zo’n geval heb je dus een regeringspers en een oppositiepers. Ogenschijnlijk overzichtelijk, en dus simpel.
In Nederland worden deze woorden eigenlijk nauwelijks gebruikt. Tenzij…. in 1870! Bovenstaande oude tekst vond ik in de digitale bibliotheek der Nederlandse letteren. De DBNL levert vaak het bewijs dat een woord bestaat, of beter gezegd: bestond. Voor mij is dat soms genoeg.
Dat een verschijnsel op dit moment nauwelijks of niet bekend is in Nederland, hoeft wat mij betreft geen reden te zijn om een simpele letterlijke vertaling te vervangen door een ingewikkelde uitleg die uiteraard ‘onopvallend en soepel’ in de vertaalde tekst moet rollen.
Wat me verraste (verbijsterde? déjavude?) was het feit dat dit artikel uit De Gids van 1870 bijna precies dezelfde sfeer, argumenten en tijdschets biedt als de betreffende delen in de roman die ik vertaal. Hoe het politieke stelsel in zijn voegen kraakt en een nuchter debat nauwelijks mogelijk is.
Ooit wil ik het hele artikel naast de relevante delen uit mijn vertaling leggen. En misschien stel ik dan met zekerheid vast wat me nu al heel waarschijnlijk lijkt: dat de politieke cultuur (inclusief het politieke discours) net zo goed aan een soort mode onderhevig is.
Oppositiepers. Ik vind het best iets om weer te introduceren anno 2011.